Demonstratierecht in een rechtsstaat die onder druk staat

De rechtsextremistische wapenhandelaar Edwin Wagensveld heeft er zijn verdienmodel van gemaakt ophef te genereren met anti-islamitische acties. Eerder wilde hij al barbecueën bij een moskee en liep hij met een varkenskopmasker op bij een betoging. De laatste tijd doet hij dat het liefst door korans in brand te steken tijdens demonstraties. Ophef verzekerd.

Wagensveld koos voor zijn doel meerdere keren Arnhem uit waar burgemeester Marcouch belast is met de handhaving van de openbare orde. Het zo nodig in goede banen leiden van demonstraties valt daaronder. In januari van dit jaar voorkwamen tegendemonstranten dat Wagensveld de koran in brand kon steken. Daarbij werd ook geweld gebruikt. Burgmeester Marcouch verklaarde daarna: “Het demonstratierecht is een belangrijke verworvenheid in onze democratie. Als het verzoek komt om te demonstreren, in dit geval door Pegida, dan doe ik als burgemeester mijn plicht om ervoor te zorgen dat zo’n demonstratie binnen de kaders van de wet goed gefaciliteerd wordt.” Niet iedere burgemeester ziet dat zo scherp en formuleert dat zo helder als Marcouch hier deed.

Nu is Arnhem niet de enige gemeente die de afgelopen jaren te maken had met negatieve effecten van betogingen. De burgemeester van Den Haag was niet blij met de bezetting van de A12 waar die overgaat in de Haagse binnenstad. De burgemeester van Staphorst kon niet voorkomen dat tegendemonstranten met geweld anti-zwartepietendemonstranten tegenhielden. Boeren blokkeerden met trekkers de snelweg en staken er afval in brand. Anti-abortusactivisten begeleidden op een als intimiderend ervaren manier bezoekers van abortusklinieken. En de laatste tijd demonstreren studenten weer op hun universiteiten en bezetten ze gebouwen uit protest tegen de oorlog in Gaza.

Dat roept natuurlijk discussies op tussen voor- en tegenstanders. Tussen zij die het demonstratierecht voor iedereen en dus ook voor de tegenstanders gewaarborgd willen zien en zij die vinden dat het demonstratierecht alleen geldt voor mensen die dezelfde mening als zijzelf hebben. De burgemeester van Hengelo maakte het vorige maand wel erg bont. Die verbond aan een aangekondigde betoging van Extinction Rebellion het voorschrift dat de demonstranten niets over de situatie in Palestina mochten zeggen. Aangezien het demonstratierecht ook onder bescherming van de vrijheid van meningsuiting valt, is hier sprake van censuur. Betogers verbieden zich uit te laten over politiek beladen onderwerpen is een flagrante schending van het grondrecht op vrije meningsuiting.

Hoewel het demonstratierecht een hoeksteen van de democratie is, aldus Marcouch, moeten de rechten van anderen ook gewaarborgd en beschermd worden. Hij en anderen pleiten er daarom voor dat de overheid wetten maakt die grenzen stellen, “bijvoorbeeld aan het verbranden of bevuilen van heilige geschriften en aan het verbranden van een vlag als symbool van een natie. Of aan manifestaties waardoor de nationale veiligheid of de veiligheid van Nederlanders in het buitenland in gevaar komt.” Het demissionaire kabinet Rutte IV liet weten een wetenschappelijk onderzoek in te stellen. Burgemeester Marcouch zei dat “het […] goed [is] dat er zorgvuldig wordt gekeken naar hoe grondrechten met elkaar kunnen botsen en hoe daar iets aan gedaan kan worden.”

Dat demonstraties kunnen schuren en hinder of overlast kunnen veroorzaken is part of the deal. Zaken veranderen in de regel nu eenmaal niet als mensen alleen achter elkaar aan in een rij lopen en voor iedereen acceptabele leuzen roepen als “gelijke rechten voor iedereen”. Dat kán natuurlijk en daarna kun je zelfvergenoegd achter je bordje stamppot gaan zitten, maar de wereld verandert er niet door.

Anders wordt het als betogers geweld of feitelijke dwang inzetten. Gebruiken betogers zelf geweld, dan vervalt volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de bescherming van het demonstratierecht. In Staphorst gebruikten tegendemonstranten geweld om de betogers van Kick Out Zwarte Piet de toegang tot Staphorst beletten. De burgemeester van Staphorst had er alles aan moeten doen om de anti-zwartenpietendemo te faciliteren, zoals optreden tegen de tegendemonstranten.

Ook mag een betoging niet worden gebruikt om rechtstreeks een handeling of besluit af te dwingen. “Raakt de gemeenschappelijke meningsuiting op de achtergrond en overheersen andere elementen, dan valt de blokkade- of bezettingsactie niet langer onder het betogingsrecht”, zo schrijft universitair hoofddocent Berend Roorda. Een tijdelijke blokkade van een weg daarentegen is niet per definitie dwang en kan door het demonstratierecht worden beschermd.

Dat grondrechten kunnen botsen is een gegeven en een onvermijdelijk gevolg van het feit dat geen enkel grondrecht op voorhand belangrijker is dan een ander grondrecht. Zo heeft het demonstratierecht geen voorrang op de vrijheid van godsdienst en omgekeerd. Alleen een onafhankelijke en onpartijdige rechter kan achteraf beoordelen of demonstranten over de schreef zijn gegaan, waardoor maatregelen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer of ter bestrijding van wanordelijkheden konden worden ingezet. Een rechter zal elke keer weer aan de hand van de feiten en omstandigheden van het geval moeten beoordelen welk grondrecht in die specifieke situatie zwaarder weegt.

De Staatscommissie rechtsstaat stelde recent vast dat in Nederland de rechtsstaat onder druk staat. Met de komst van een nieuw kabinet waarvan sommige coalitiepartijen en aanstaande ministers de afgelopen jaren duidelijk blijk hebben gegeven van anti-rechtsstatelijke opvattingen, is het oppassen geblazen als diezelfde overheid met nieuwe verboden vooraf wil gaan bepalen welk grondrecht zwaarder moet wegen dan het andere grondrecht. Of zo wil gaan vastleggen wat betogers wel en niet mogen zeggen. Dat staat al in ons Wetboek van Strafrecht. Als je groepen beledigt wegens hun ras, godsdienst of levensovertuiging, seksuele gerichtheid of handicap ben je strafbaar, net als wanneer je in het openbaar aanzet tot haat, discriminatie of geweld tegen leden van groepen of opruit tot het plegen van geweld of strafbare feiten. Daar kunnen politie en OM tegen optreden.

Het is er met al die verschillende demonstraties voor een burgemeester zeker niet makkelijker op geworden, maar that’s part of the job in een democratische rechtsstaat. Nieuwe verboden van de vrije meningsuiting en het demonstratierecht ondermijnen die rechtsstaat.

Deze column schreef ik voor het Legal Valley Nederland Kenniscafé van 20 juni 2024.

Plaats een reactie