Zwartepieten met het demonstratierecht

Minister Yesilgöz-Zegerius tweette naar aanleiding van het geweld dat voorstanders van zwarte piet uit Staphorst tegen anti-zwartepietdemonstranten hadden gebruikt op 20 november, dat ze was “geschrokken van de wijze waarop KOZP-demonstranten door tegendemonstranten zijn belaagd,” maar dat je nooit met geweld en intimidatie anderen de mond mag snoeren. Dat zij de belagers van KOZP (Kick Out Zwarte Piet) tegendemonstranten noemde leverde haar een storm van kritiek op in de (sociale) media en in het parlement.

Tijdens het vragenuur in de Tweede Kamer trok ze van leer tegen Kamerlid Simons, omdat die het waagde de politie te bekritiseren door te verwijzen naar de wijze waarop de politie de afgelopen elf jaar (niet) optrad tegen gewelddadige pro-zwartepietgroepen en (wel) tegen de vreedzame betogers van KOZP. Daarbij wees Simons de minister er ook op dat van tegendemonstranten geen sprake was, omdat “dit mensen [waren] die zich verlaagden tot poging tot doodslag.” Yesilgöz-Zegerius antwoordde daarop dat zij had willen duiden “dat er groepen tegenover elkaar stonden,” maar omdat er geen tegendemonstratie aangevraagd kon er volgens de minister “geen sprake zijn van tegendemonstranten.”

Simons voelde beter aan waar het bij het oordeel van de minister en de latere onderbouwing daarvan aan schortte. Of (tegen)demonstranten al dan niet een (tegen)demonstratie hebben “aangevraagd” is volstrekt irrelevant voor het oordeel of sprake is van (tegen)demonstranten. Van aanvragen van een demonstratie kan sowieso geen sprake zijn. Demonstreren (ook betogen genoemd) is immers een grondrecht en behoeft als zodanig geen instemming van de autoriteiten op een aanvraag. Op de onvolprezen website de Nederlandse Grondwet wordt dit in eenvoudig Nederlands als volgt uitgelegd: “Iedereen en iedere groep heeft het recht om in het openbaar bij elkaar te komen, bijvoorbeeld voor een vergadering of een betoging of een demonstratie. Maar je mag geen andere wetten of regels overtreden. Ook mag je niet gevaarlijk zijn voor de gezondheid van de bevolking. En het mag ook niet gevaarlijk zijn voor het verkeer. En het mag ook niet leiden tot verstoring van de openbare orde.” Een recht dat iedereen dus heeft. Dit recht wordt ook gegarandeerd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). De meningen die tijdens de demonstraties worden geuit, worden beschermd door de Grondwet en het EVRM. Maar het recht kan onder omstandigheden (bij gevaar voor de gezondheid, het verkeer en de openbare orde) dus wel worden beperkt. Dat heeft de wetgever in de Wet openbare manifestaties (Wom) geregeld. Op grond hiervan kan de gemeenteraad een kennisgevingsplicht (meldplicht in de volksmond) voor organisatoren van demonstraties in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) opnemen. De APV is lokale regelgeving over openbare orde en veiligheid. De burgemeester moet in kennis worden gesteld, omdat hij belast is met de handhaving van de openbare orde. Die kan het demonstratierecht beperken met als doel bescherming van de gezondheid, het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Andere regels dan de meldplicht mag de gemeenteraad niet vaststellen. De meldplicht houdt in dat degene die een demonstratie wil houden, de burgemeester daarover van te voren informeert. Dit geeft de burgemeester de gelegenheid om ervoor te zorgen dat hij het demonstratierecht kan waarborgen. Een meldplicht is dus geen aanvraag noch een verzoek om toestemming.

De burgemeester kan op grond van de Wom een demonstratie verbieden of beperkende voorschriften geven voor het laten doorgaan van de demonstratie (bijvoorbeeld over tijd en/of plaats). Tijdens de demonstratie kan de burgemeester dwingende aanwijzingen geven of de demonstratie beëindigen. Hoewel de Wom de indruk wekt dat de burgemeester een demonstratie vooraf mag verbieden als de burgemeester niet vooraf in kennis is gesteld, blijkt uit rechtspraak blijkt dat dit niet mag om de enkele reden dat de organisatoren de burgemeester niet vooraf in kennis hebben gesteld. Een demonstratie mag alleen verboden worden voor de doelen die ik hiervoor besprak. Toch hebben burgemeesters de laatste jaren regelmatig demonstraties verboden of beëindigd wegens (dreiging) van wanordelijkheden. Het criterium wanordelijkheden is strenger dan het criterium openbare orde. De openbare orde kan ook niet-strafbare gedragingen betreffen, bij wanordelijkheden gaat het alleen om strafbaar gedrag.

Er zijn twee soorten situaties denkbaar die tot gevolg kunnen hebben dat een demonstratie niet meer valt onder het betogingsrecht: door dwangmaatregelen tegen de overheid of burgers of door blokkades van (water)wegen en als sprake is van geweld door de betogers zelf. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft geoordeeld, dat in geval zowel betogers als politie onrechtmatig geweld gebruikt hebben, gekeken moet worden wie daarmee begonnen is. Begonnen de betogers collectief met geweld, dan vervalt de bescherming van het recht op betoging. Begon de politie met het onrechtmatige geweld, dan kunnen de demonstranten mogelijk toch nog een beroep doen op het betogingsrecht. (Te verwachten) geweld door tegendemonstranten is in beginsel geen reden om de betoging te beperken of te verbieden. De burgemeester moet er in het geval van een tegendemonstratie zoveel mogelijk moeite doen om de oorspronkelijke demonstratie te laten doorgaan. Pas als sprake is van een bestuurlijke overmachtssituatie (wanneer bijvoorbeeld meer politie-inzet dan bij een voetbalwedstrijd de wanordelijkheden toch niet kan voorkomen) mag de burgemeester een demonstratie verbieden of beëindigen. De tegendemonstranten die gebruik maken van geweld kunnen natuurlijk evenmin een beroep doen op de bescherming van het recht op betoging.

Kortom, de pro-zwartepiettegendemonstranten die geweld gebruikten tegen de anti-zwartepietbetogers vallen niet onder de bescherming van het recht op betoging. Onderzoek zal moeten uitwijzen of de burgemeester van Staphorst er alles aan heeft gedaan om de anti-zwartepietdemonstratie te laten doorgaan.

Plaats een reactie